Fazant steekt over (Maria Adriaens)
Vaak geeft Frederick Franck de opdracht om een boom te tekenen.
Zoals deze: een knotwilg net op de top van een heuvel in de bocht van de weg. Een silhouet tegen een grijze hemel. De draaiing van de weg: hoe teken ik dat? Ik zoek mijn plek midden op het asfalt, wil niet meer tekenen dan nét dat wegbuigen van het weggetje achter die wat verhoogde berm rechts. Links achter de boom is dan nog net iets van de verte van het landschap zichtbaar. Het wordt even wat op en neer lopen voor ik precies de juiste plek vind.
Dan eerst de dryrun. Ik neem de pen en begin met het weggetje en de linker- en rechterberm, zodat er geen twijfel meer is dat de boom staat waar die de meeste aandacht krijgt.
Het vraagt uithoudingsvermogen om de dans van de takken te volgen…het voelt of ik er zelf mee de hemel wil aanraken. Er staan ook nog wat groeisels dichter bij me. Ik voel me op die heuvel met het uitzicht zo opgetild op de aardbol staan! Ik teken iets van de verte tussen de begroeiing door, neem een potlood om de lucht erachter wat grijs te maken. Met mijn pen en een natte vinger wordt de boom donkerder.
Net op het moment waarop ik heel stil - nog even in die ruimte! - het geheel bezie, beweegt rechts iets in de berm. Mijn pen tekent al: iets schiet de weg over…! Ja, dat was net wat nodig was om helemaal enthousiast en dankbaar de map te sluiten.
Als ik later Frederick Franck de tekening laat zien heeft hij het over het zien in de eerste NEN, dat waarnemen in die fractie van een seconde waarin je nog geen oordeel vormde, er nog geen namen zijn...
Tekening Maria Adriaens: Fazant steekt over.
Uit: Ruimte Zien, Hoofdstuk 3, Het bos biedt zoveel ruimte.